‘Aan onze Gefusilleerden.
Nog maar pas was de oorlog uitgebroken, of tal van burgers schaarden zich aan de zijde onzer dappere soldaten en richtten verspiedingsdiensten in of nachtelijke tochten over de grens, overbrenging van brieven, enz.
Zoo was ook te Brussel een spionneerdienst op groote schaal ingericht, ten einde ons leger in te lichten over de verschillende bewegingen en doeleinden der Duitschers. Die dienst stond bekend onder de benaming ‘Theo’ en was reeds in werking sedert einde 1914. Brieven en dokumenten werden vergaard ter herberg van M. Jean Deridder te Brussel en vandaar gezonden naar Temsche en St-Nikolaas, vanwaar ze verder naar De Clinge, en zoo over de grens moesten gebracht worden.
Allerhande middelen dienden tot het oversmokkelen, o.a. manden met dubbele bodems, in de blokken der schoolkinderen van De Clinge, ook met holle pijlen die over den draad werden geschoten met boog of kruisboog, en vele anderen.
Onze beide gefusilleerde Temschenaars waren ook in deze inrichting betrokken. Zij moesten meestal zorgen voor de overbrenging der brieven en dokumenten.
Mr. Theofiel Maes heeft onschatbare diensten bewezen aan ons leger. Reeds in 1914 kwam hij de grens over, en is zelfs verscheidene malen in Engeland en Frankrijk geweest en aan het IJzerfront. Regelmatig was hij later met de broodbevoorrading bezig te Temsche en bracht alzoo, in dubbele bodems, honderden brieven over aan onze strijdende jongens van den IJzer, en dokumenten voor de legers der Verbondenen.
In de maand Oktober 1916, werd hij met gansch zijn huisgezin, gevangen genomen door de Duitschers. Zijn huis werd onderzocht van onder tot boven, en alles meegedragen. Men mishandelde hem op wreedaardige wijze; doch hij zou zijne medehelpers niet verraden. Later nochtans ontdekten de Duitschers de schuilplaatsen der dokumenten en kwamen alzoo op het spoor van vele zijner medehelpers. Een 50-tal aanhoudingen hadden plaats.
Onder dezen was ook Kamiel Van Buynder, boschwachter van Schouselbroeckpolder, toen veldwachter te Steendorp, die zich vooral bezighield met het overbrengen van brieven; ook Mr. Leo De Loose, geboren te Temsche den 19 Januari 1866 en sinds lang reeds woonachtig te Gent, die zich eveneens met het overbrengen van brieven en militaire inlichtingen gelastte.
Het onderzoek duurde lang. Het proces had plaats van 30 Mei tot 8 Juni 1917. Op het einde van het geding vroeg de Duitsche krijgsraad de zwaarste straffen voor de 58 betichten en voor 22 de ter dood veroordeeling ! Onder hen waren: Teofiel Maes en zijne dochter Helena, Kamiel Van Buynder, Leo De Loose en burgemeester Verheyen van Steendorp. Van de 22 werden er 16 terdoodveroordeelingen behouden, waarvan er later 10 veranderd werden in levenslangen dwangarbeid.
De 6 personen, wier genadevraag verworpen bleef, en die den 14 Juli 1917, op Fort 5, voor den kop geschoten werden waren: M.M. Theofiel Maes en Kamiel Van Buynder van Temsche, Leo De Loose wonende te Gent, Aimé Smeeckens en Jean De Ridder wonende te Brussel, en Jozef Loncke van St-Nikolaas.
Een Rood-Kruis auto kwam de 6 terdoodveroordeelden halen in het gevang. De ongelukkigen hadden de armen gebonden op den rug. In den gang vormden de Belgische en Duitsche bewakers de haag en groetten dezen die sterven gingen. Het was een tragisch-grootsch oogenblik …
Maar de gevangenen riepen hunne kameraden toe, terwijl zij voorbij hunne cellen kwamen: ‘Wij zien elkander weer in den Hemel !’
De auto voerde hun weg, naar de plaats waar zij door het strafpeleton werden neergeschoten. Maes en Van Buynder weigerden den blinddoek en stierven met de woorden: ‘Voor God en Vaderland’.
Volgende Temschenaars werden ook in hetzelfde proces veroordeeld en moesten hunne Vaderlandsliefde met celgevang in Duitschland boeten: Mej. Helena Maes, 15 jaar dwangarbeid; Mr. Ernest Maes, 12 jaar dwangarbeid; Mr. Louis De Keersmaeker eveneens 12 jaar dwangarbeid.
Wederom was de oorlog de schuld van de dood van twee eerlijke burgers en van de droefheid hunner twee overblijvende weduwen en weenende kinderen. Wederom moesten eerlijke deftige lieden de liefde voor hun land met celgevang betalen.
Wij buigen diep het hoofd voor U, martelaars der vrijheid. Uwe marteldood en uw lijden zullen wij steeds indachtig zijn.
Op Maandag 17 Maart 1919, nadat ons overwinnend IJzerleger ons land zegevierend was binnengerukt, had te Antwerpen de plechtige lijkdienst plaats in de hoofdkerk, gevolgd door de begrafenis op het kerkhof van Schoonselhof, van de gefusilleerde burgers aldaar. In de gansche stad was het rouwbetoon algemeen en de stoet was overweldigend en hartroerend.
Onder de 23 martelaren, waren ook onze Temschenaars: Maes Theophiel, Van Buynder Kamiel, en Leo De Loose die later naar Gent werd overgebracht’.
Bron: ‘ Temsche ter Gedachtenis , Oorlog 1914-1918’, Uitg. De Landtsheer Temsche