Geen categorie

DE DUITSE BUNKERLINIE 1917

van Vrasene tot Steendorp

peperdam-vrasene-klusterBunker opgetrokken uit versterkte betonstenen,
ingewerkt in een woning te Vrasene, Peperdam

Over een lengte van 12,5 km werden in totaal 216 bunkers gebouwd.  Begin 1917 begonnen de werken onder leiding van Duitse genietroepen maar het waren vooral de opgeëiste burgerlijke werkkrachten die ze uitvoerden.  Er zijn 5 hoofdtypes.  Deze bunker is van het type W3, grote waarnemingsbunker.  Deze bunkers zijn de grootste van de bunkerlijn en vermoedelijk commando-
bunkers voor waarneming.  De ligging van de enige 4 exemplaren wijzen erop dat zij bestemd waren voor de plaatselijke commandanten van de verdediging.  Deze linie van 1917 op de linker Schelde-
oever maakte deel uit van een Duits verdedigingsconcept tegen noordelijke invallen.  De bunkers zijn belangrijk in de militaire geschiedschrijving en daarom worden ze voorlopig als monument beschermd.  Door de Duitsers werden verschillende constructies uitgetest.  Uiteindelijk gaven de monolietschuilplaatsen uit gewapend beton de grootste voldoening en bunkers van deze soort werden op de linie Steendorp-Vrasene gebouwd.

type-w3

Grondplan bunker type W3

Bron: Infobord bunker Peperdam Vrasene

haasdonk-fort

Het fort Haasdonk is een betonnen pantserfort dat gebouwd werd in 1912 als verdedigingswerk op de buitenste verdedigingsring rond Antwerpen.  Het is precies gelegen op het midden van de bunkerlijn en bakent twee volledig verschillende lijnen af.  Op het zuidelijk gedeelte tussen de twee forten (ongeveer 6,5 km) werden slechts 24 bunkers van vijf verschillende types gebouwd m.a.w. één bunker gemiddeld om de 250 meter.  Op het noordelijk gedeelte tussen het fort Haasdonk en Vrasene (ook ongeveer 6,5 km) werden 192 bunkers van elf verschillende types gebouwd, m.a.w. één bunker gemiddeld om de 35 meter.
Het fort is gebouwd met niet gewapend beton en de dikte van de wanden en het dak varieert van twee tot vier meter.  De totale oppervlakte van het fort is 21 ha.  Het fort is omringd door een natte gracht, gemiddeld 50 meter breed en ongeveer 1 km lang.  Men kan rondom het fort wandelen.  In het fort waren 32 kanonnen geplaatst waarvan tien onder een draaiende stalen koepel en 22 op een stalen plaat die aan de wanden was bevestigd.  Nabij het ingangsgebouw zijn de openingen met de verankeringsbouten waar kanonnen bevestigd waren, nog te zien.

Bron:
Provincie Oost Vlaanderen, Dienst Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium, 2003, de Kleine Cultuurgids ‘De Duitse bunkerlinie van Steendorp-Vrasene 1917, auteur Raymond Van Meirvenne.
Postertentoonstelling  (officierswoning Fort Liefkenshoek Kallo (afgelopen okt. 2016)) over de bunkerlinie tussen Steendorp en Vrasene.  Deze tentoonstelling kwam tot stand als deel van het totaalproject ‘De Groote Oorlog’ van cultuurcentrum Ter Vesten Beveren.

fort-liefkenshoek-bunker

In 1917 bouwde de Duitse bezetter meer dan tweehonderd bunkers in het Wase landschap.  Sindsdien vormen ze een slingerende verbinding tussen Steendorp en Vrasene.  Deze bunkers maakten deel uit van de Hollandstellung, een grotere verdedigingslinie die van het Zwin tot Vrasene liep.  De Duitsers verwachtten immers vanuit het noorden een aanval van de geallieerden op Antwerpen.  De strategische ligging van het fort Liefkenshoek op de Schelde ging ook niet aan de Duitse legerleiding voorbij.  Op de dijk – in vestingbouwtaal de courtine – tussen de bastions Kieldrecht en Doel, werden drie bunkers in gewapend beton uitgerust: een waarnemingspost tussen twee schootsbunkers, bewapend met een kanon.  Een gedeelte van de bunkerlinie is sinds 2002 beschermd als monument.

Bron:
Infobord wandeldijk Fort Liefkenshoek, Ketenislaan 4 – Haven 1974,  Kallo

vrasene-bunkers

Bunkers in het landschap van Vrasene

Toen de Eerste Wereldoorlog op 4 augustus 1914 uitbrak, was de Belgische kringstelling rond Antwerpen, met forten en schansen, niet volledig afgewerkt. Op de linkeroever eindigde de kringstelling aan het fort van Haasdonk.  Tussen dit fort en Doel was er een open strook van ongeveer 20 km zonder verdedigingswerken.
Het oorspronkelijke wetsvoorstel van 1905 voor de bouw van betonnen forten en schansen omvatte
op de linkeroever behalve het fort van Haasdonk nog vier andere forten (Nieuwkerken, Verrebroek, Sint-Antoniushoek, Doel) en vier schansen (Ster, Heihoek, Beekstraat, Duikeldam). Het wetsvoorstel werd evenwel geamendeerd en de bouw van deze forten en schansen uitgesteld naar een latere datum. Ze werden nooit gebouwd.
Om de open terreinstrook te verdedigen besloot de Belgische militaire overheid in 1914 het gebied ten noorden van Vrasene tot aan de Nederlandse grens onder water te zetten. In de strook tussen Vrasene en het fort van Haasdonk werden vier bataljonstellingen gebouwd, elk bestaande uit veldschansen en loopgraven. Tussen de forten Haasdonk en Steendorp waren er al twee betonnen schansen. Landmolen en Lauwershoek. De vier verdedigingswerken werden verbonden door een lijn van dubbele loopgraven, voorzien van schuilplaatsen en beschermd door een vijfvoudige prikkeldraad-versperring.
Na de val van de vesting Antwerpen op 10 oktober 1914 behielden de Duitsers de totale loopgraven-lijn op de linkeroever. Al op 13 oktober nam het Duitse Oppercommando het besluit de vesting Antwerpen opnieuw in staat van verdediging te stellen. Van de 33 forten en 29 schansen van de buitenste verdedigingsgordel waren er slechts 13 onbeschadigd in Duitse handen gevallen, waaronder het fort Haasdonk.
Het Duitse leger richtte Antwerpen niet meer in als een kringstelling die heel de stad omsloot, maar reorganiseerde enkele de forten die van operationeel belang waren, zoals o.a. het westelijk front op de Linkerscheldeoever tussen het fort Steendorp en het overstroombare gebied ten noorden van Vrasene.
In de herfst van 1916 besloten de Duitsers versterkingen op te richten tegenover de Nederlandse grens, vanaf het Zwin tot aan de inundaties in Vrasene. Deze verdedigingslijn, ongeveer 75 km lang, kreeg de benaming Hollandstellung. In totaal bouwden de Duitsers voor al deze verdedigingslijnen meer dan 850 bunkers.
De verwachte landing is er nooit gekomen.

ligging-linie

Kaart met de ligging van de linie
Duitse verdedigingsstelling van de Vesting Antwerpen Linkeroever.
Bunkerlinie van 1917, vanaf het inundatiegebied ten noorden (Vliegenstal) van Vrasene tot aan het fort van Steendorp ten zuiden, aan de Schelde.

De bunkerlijn zoals de Duitsers die hebben verwezenlijkt op de Linkerscheldeoever kan men indelen in drie intervallen, die elk specifieke kenmerken hebben.
Het eerste interval, ongeveer 6 km lang, ligt tussen de forten Steendorp en Haasdonk. Hier werden slechts 24 bunkers gebouwd. Het aantal bunkers is in dit interval klein, gemiddeld één bunker om de 250 meter.
Het tweede interval, ongeveer 2,5 km lang, bevindt zich tussen het fort van Haasdonk en de spoorweg Antwerpen-Gent. Hier werden 65 bunkers aangelegd De bunkerdensiteit bedraagt één bunker om de 35 à 40 meter.
In het derde interval, ongeveer 4 km lang, tussen de spoorweg en de inundaties van Vrasene, kwamen 127 bunkers tot stand. De gemiddelde afstand bedraagt hier 25 à 30 meter.
Over een lengte van ongeveer 12,5 km werden dus in totaal 216 bunkers gebouwd, in een schijnbaar eigenaardige verdeling. De bunkers werden gebouwd op de Belgische loopgravenlijn van 1914 en vormden bijgevolg slechts één enkele bunkerlijn, dit in tegenstelling met de Duitse geplogenheden. Principieel bouwden de Duitsers hun verdedigingsstelling immers in drie opeenvolgende lijnen uit waarin het aantal schuilplaatsen telkens verminderde. Tussen de eerste en de tweede lijn lag een zone van ongeveer 100 meter, de derde lijn strekte zich ongeveer 300 meter achter de tweede uit.

Waarom men op de linkeroever van de Schelde slechts één loopgravenlijn met bunkers aanlegde, is moeilijk te achterhalen. Een mogelijke verklaring is dat er 6 tot 7 km achter deze lijn een tweede verdedigingslijn lag, met de forten Kruibeke, Zwijndrecht en Sint-Marie. Tussen deze forten werden geen bunkers gebouwd, maar men legde er wel artilleriestellingen aan.

Begin 2001 werden de toen nog bestaande bunkers van de Duitse bunkerlijn uit 1917 geïnventariseerd. Dit leverde de volgende resultaten op:
tussen de forten Steendorp en Haasdonk: gebouwd 24, overgebleven 14
tussen het fort Haasdonk en de spoorweg: gebouwd 65, overgebleven 43
tussen de spoorweg en Vrasene: gebouwd 127, overgebleven 90
algemeen totaal: gebouwd 216, verdwenen 69, overgebleven 147

versterkingsgordel

Bron:
Provincie Oost Vlaanderen, Dienst Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium, 2003, de Kleine Cultuurgids ‘De Duitse bunkerlinie van Steendorp-Vrasene 1917, auteur Raymond Van Meirvenne.
Postertentoonstelling  (officierswoning Fort Liefkenshoek Kallo (afgelopen okt. 2016)) over de bunkerlinie tussen Steendorp en Vrasene.  Deze tentoonstelling kwam tot stand als deel van het totaalproject ‘De Groote Oorlog’ van cultuurcentrum Ter Vesten Beveren.

 

Het gezin De Smul-Beirnaert uit Zeveneken (Lokeren) was zeer vaderlandslievend. Vader Gustaaf en 7 van zijn 9 zonen streden vrijwillig mee aan het front na de Duitse inval en verdedigden ons land tijdens de Eerste Wereldoorlog. Moeder Maria Ludovica werkte als verpleegster in een hospitaal achter het front. Eugeen en Lucien die nog te jong waren om aan de gevechten deel te nemen werden Boy Scouts in Manchester, Engeland.

de smul de stem uit belgie 10 maart 1916

‘De Stem uit België – 10 maart 1916’

De oudste zoon Gaston, wielrijder te Steenstrate, werd op 20 mei 1916 door een geweerkogel dwars door de buik getroffen, deze kogel is vervolgens terecht gekomen in de arm van zijn broer Origéne. Gaston werd nog overgebracht naar het Belgisch militair hospitaal van Hoogstade ‘Gasthuis Clep’ waar hij 4 dagen later aan zijn verwondingen is bezweken.

familie de smul

Na de oorlog werd het gezin uitbundig gevierd voor hun heldenmoed, er werd zelfs een herdenkingskaart uitgegeven om hulde te brengen aan deze heldhaftige familie. Op 31 augustus 1919 werden ze ontvangen op het stadhuis van Lokeren.

***

Gustavus De SMUL, winkelier, fabrikant (Weverij ‘La Leede’).
Geboren op 26 01 1860 te Lokeren, overleden op 11 12 1926 te Moerbeke,
zoon van Petrus DE SMUL en Maria Anna DE BACKER.
Gehuwd op 24 04 1889 te Lokeren met Maria Ludovica BEIRNAERT,
geboren op 19 06 1866 te Zeveneken, overleden op 19 10 1921 te Zeveneken,
dochter van Casemir BEIRNAERT, weversbaas, en Virginia De BOCK.
Uit dit huwelijk:
1. Gaston De SMUL,
geboren op 21 04 1890 te Lokeren,
overleden op 24 05 1916 te Hoogstade.
2. Casemir Nestor Marie De SMUL,
geboren op 05 07 1891 te Lokeren.
3. Julien Casemir Melanie De SMUL,
geboren op 29 08 1892 te Lokeren,
overleden op 23 11 1926 te Mechelen.
4. Adhemard Seraphin Maria De SMUL,
geboren op 16 01 1894 te Lokeren.
5. Rosina Maria Joseph De SMUL,
geboren op 12 03 1895 te Lokeren,
overleden in 1895 te Lokeren.
6. Origène Theodore Marie De SMUL,
geboren op 01 11 1896 te Lokeren.
7. Petrus Urbanus Marie De SMUL,
geboren op 02 08 1898 te Lokeren.
8. Roger Alphonse Marie De SMUL,
geboren op 02 03 1900 te Lokeren,
overleden op 05 01 1927.
9. Eugène Emelie Lievin De SMUL,
geboren op 02 09 1901 te Lokeren.
10. Modeste Lucien Marie De SMUL,
geboren op 10 09 1904 te Lokeren.