Edward en Frans Van Raemdonck
Beiden zijn beter bekend als de gebroeders Van Raemdonck. Zij groeiden uit tot een Vlaams symbool van broederliefde, en om het te versterken werd hun verhaal met de tijd wat geromantiseerd. Een tekening van Joe English draagt hiertoe eveneens bij.
Beide broers zijn geboren te Temse, Edward in 1895 en Frans in 1897. Beiden zijn sergeant in de 6de compagnie van het 24ste Linieregiment. Het verhaal gaat dat zij in elkaars armen sneuvelen na een nachtelijke aanval op het ‘Stampkot’ in Steenstrate in maart 1917. Wat er juist is gebeurd zal wellicht voor altijd onbekend blijven, Frans zou bij de terugkeer zijn gekwetst. Een Waalse soldaat Aime Fievez komt zijn sergeant ter hulp. Allicht worden beiden gedood door een ontploffende obus. Intussen is Edward op zijn stappen teruggekeerd om zijn broer te zoeken die niet op de plaats van afspraak is. Hij wordt op zijn beurt getroffen door Duits mitrailleurvuur en sneuvelt op enkele meters van zijn broer. De beide broers en Fiévez sneuvelden in de nacht van 25 op 26 maart 1917. De drie lichamen werden pas op 12 april 1917 ontdekt door manschappen van het 3é Linie 6é cie. Op 13 of 14 april (daar is men het niet over eens) besluit men om de lichamen binnen de Belgische lijnen te brengen maar door hun staat van ontbinding wordt besloten ze ter plaatse te begraven in een graanaattrechter. Het graf wordt gemarkeerd met houten kruisjes en de patrouille trekt zich terug. Het daaropvolgende krijgsgewoel beschadigde echter hun graf. Op 31 juli 1917 werd het terrein door Fransen heroverd en vanaf november 1917 was dit de Belgische sector Merkem. De Belgen verzamelden de stoffelijke overschotten van de drie en herbegroeven ze op dezelfde plaats. In september 1918, net vóór het eindoffensief, verbleef de 1ste Legerdivisie in de zone Merkem en een stenen kruis werd op het graf geplaatst. Op deze plaats werd in augustus 1933 een monument geplaatst (een gestileerde bunker opgebouwd uit de betonblokken van de Stampkotstelling).
In maart 1924 werden hun resten op bevel van de militaire overheid ontgraven, in één kist geplaatst en overgebracht naar de Belgische militaire begraafplaats van Westvleteren.
Op 13 augustus 1932 werd de kist nog eens ontgraven en op 21 augustus tijdens de 13de IJzerbedevaart naar de crypte van de IJzertoren gebracht samen met zes andere bekende personen.
Bron: Infobrochure ‘Den Grooten Oorlog in de Westhoek’, Westtoer
Vlissingsche Courant, 8 oktober 1917